Arnica of valkruid wordt al eeuwenlang gebruikt om allerhande spieraandoeningen en blauwe plekken te behandelen. Deze plant, gekenmerkt door zijn gele bloem, behoort tot de composietenfamilie en is beschermd in België. Vijf verrassende weetjes over deze bijzondere plant.

Arnica is vooral bekend voor de behandeling van blauwe plekken en kneuzingen, maar reguleert ook ontstekingen. De plant heeft o.a. een positief effect op de doorbloeding, waardoor afvalstoffen sneller worden afgevoerd.

De plant werd ontdekt in de middeleeuwen. Schaapsherders merkten dat schapen die zich bezeerd hadden, de plant opaten. Sinds de 16e eeuw wordt de plant frequent gebruikt in de geneeskunde, en dit zowel bij mensen als bij dieren. Ook de bioregulerende geneeskunde maakt gebruik van Arnica. Ontdek de 5 principes van deze geneeskunde.

De verklaring van de Nederlandse benaming voor Arnica – valkruid – is verrassend eenvoudig. Wanneer je valt, kunnen blauwe plekken optreden. En dat is net wat Arnica verhelpt.

Arnica is vooral te vinden in bergachtige landschappen. De volledige naam voor Arnica – Arnica Montana – verwijst dan ook naar de gebieden waar deze plant zo goed aardt. Ze komt vooral voor in de Alpen en de Pyreneeën, maar ook in de Ardennen kan je ze vinden. Ondanks haar frêle uiterlijk, is de plant uitermate sterk en weerstaat ze het onvoorspelbare weer van bergachtige gebieden.

Je vindt Arnica in heel wat cosmeticaproducten, zoals shampoo, douchegel en conditioner. De plant werkt als een stimulator voor je huidoppervlak en geeft de huid spankracht. Daarnaast helpt valkruid schilfervorming te voorkomen en maakt het de huid soepel en glad.